Het laatste bericht is al weer een tijdje geleden. Dit komt vooral omdat ik in de tussentijd geen moment stil heb gezeten.
Guatemala
Het laatste bericht eindigde met het beklimmen van de Acatenango vulkaan in Guatemala. De dagen rond het beklimmen van de vulkaan was ik gevestigd in het stadje Antigua Guatemala. Vanuit hier heb ik rond de middag de bus genomen naar de hoofdstad, Guatemala Stad.


Na een ritje van ongeveer een uur zette de buschauffeur me af bij het Hyatt Centric Hotel, het 5-sterren hotel waar ik de nacht door zou brengen. De reden voor de keuze voor dit hotel was omdat Michelle die avond aankwam. Na de hele middag in en bij het zwembad op het dak te hebben gelegen nam ik het gratis shuttle busje naar het vliegeld om haar op te halen. ‘S avonds hebben we enkele drankjes gedaan en na een nacht in het grootste bed van deze reis hebben we een dagje rondgelopen in de stad. Hier bleek, ondanks de zware regenbuien, een oneindig lange parade aan de gang te zijn. Het historische centrum is niet heel groot, dus na een hapje eten hebben we de uber weer terug naar het hotel genomen. Hier hebben we onze tassen opgehaald en zijn we naar de bus gegaan. Het bedrijf waar we ons ticket hadden geboekt bevond zich in een minder rijke buurt, waar vele gebouwen een grafitti tekening van één van de twee grootste bendes in het land hadden.



De bus had het stadje Flores als eindbestemming. De busreis duurde op papier 10 uur, maar in werkelijkheid deden we er slechts 7,5 uur over. Bij aankomst, rond 4:30, werden we meteen meegesleurd in een busje vol toeristen naar een reisbureau in de buurt. Dit is hier een veelgebruikte truc om te zeggen dat het hotel pas om 6 uur open gaat, waardoor ze anderhalf uur de tijd hebben om je zoveel mogelijk tours te verkopen.
Het stadje flores is de uitvalsbasis voor het bezoeken van de Maya tempels in de “nabij gelegen” ruinestad Tikal. Nabij gelegen tussen haakjes omdat alles maar een paar km is, maar het door slechte wegen, veel drempels en verkeer lang kan duren voordat de bestemming ook echt bereikt wordt. Gedurende de tour die we geboekt hadden werden we rondgeleid door een local. Hij vertelde verhalen ovet hoe zijn voorouders de tempels op het terrein hadden gebouwd en gebruikt. Tikal is slechts één van de vele Maya steden in dit deel van Centraal Amerika.


Belize
Na het bezoeken van Tikal hebben we één nacht in Flores geslapen. Vroeg naar bed want de volgende ochtend stond om 6 uur het busje naar Belize klaar. In tegenstelling tot andere de andere landen tijdens deze reis was Belize geen kolonie van Spanje, maar van Engeland. Het grootste voordeel hiervan is dat iedereen Engels spreekt, iets waar tijdens de rest van de reis totaal geen sprake van was. Officieel is Belize nu een koninkrijk met Queen Elizabeth, de koningin van Engeland, als Koningin.
Wij bezoeken het eiland Caye Caulker, een eiland met kristalhelder blauw water en parelwitte stranden. Het eiland is vrij klein, enkele kilometers lang, en een paar 100 meter breed. Er is geen echte weg, enkel een paar zandpaden. De meeste mensen fietsen of lopen, maar er zijn ook een paar mensen met een golfkarretje. De sfeer hier is anders dan in de andere landen. Er heerst een laidback reggae vibe, en het voelt dan ook meer aan als de Cariben dan Centraal Amerika. Locals staan overal langs de weg te bbq’en. De meeste bieden een lekker gegrilde hele kreeft aan voor onder de 10 euro.
De stranden en het eten zijn echter niet het hoofddoel van ons bezoek aan dit paradijselijke eiland. Wij, of vooral ik, ben er vooral naartor gekomen om te duiken in het beroemde Belize great blue hole. Dit is een groot, bijna perfect rond, gat in de oceaan met een diepte van rond de 125 meter. Na een boottocht van bijna 2 uur over vrij wild water kwamen we aan bij het gat. In totaal heb ik drie duiken gedaan, en heeft Michelle overal gesnorkelt. Van de drie duiken was het blauwe gat eigenlijk de minst mooie. Er leven niet echt vissen, en koraal is ook amper te bekennen. De andere twee hadden wel veel vissen en koraal, waarbij ik bij de tweede ook vijf haaien ben tegen gekomen.



Quintana Roo
Na enkele dagen op Caye Caulker zijn we met de boot terug gegaan naar Belkze City. Vanuit hier hebben we de bus genomen naar Tulum, gelegen in de Mexicaanse provincie Quintana Roo. De busreis hier naartoe was geen pretje. Het was niet bepaald een van de langste, maar tijdens de nacht moesten we drie keer de bus uit voor onderandere de grens, en het betalen van het tweede deel van het ticket.
Eenmaal aangekomen in Tulum namen we een taxi naar het geboekte hotel. We kwamen hier echter al om 6:30 aan, terwijl checkin pas om 15:00 was. Om de tijd te vullen hebben we even net de eigenaar gepraat, ontbeten, en langs het zwembad gezeten. Om 14:00 was onze kamer klaar, die het wachten waard bleek. Een grote kamer in een apart rond huisje, met een grote privéjacuzzi.
Dit deel van Mexico staat vooral bekend om zijn cenotes: grote natuurlijke plassen met kristalhelder water. Deze cenotes zijn, net als het blauwe gat in Belize, ooit ontstaan door zogenaamde sinkholes. We zijn twee nachten gebleven in Tulum, maar buiten de cenotes en lekker eten hebben we niet veel bijzonders gedaan.
De laatste nacht van Michelle hebben we geslapen in het standplaatsje Akumal. Dit stadje staat vooral bekend om de grote luxe resorts die er gevestigd zijn. Ook zijn er vele parken en projecten waar buitenlanders een huis kunnen kopen. Het geboekte hotel bleek ook in een dergelijk park te liggen, midden tussen de golfbanen. Wij als arme studenten betaalde natuurlijk niet de hoofdprijs hiervoor. Voor een grote kamer, gratis shuttle van en naar de beachclub, een eventuele yogales, ontbijt, enkele zwembaden en een rustige mooie omgeving waren we rond de 25 euro per persoon kwijt. De volgende ochtend namen we de zogenaamde colectivo, een klein busje, naar de stad Playa Del Carmen, en vanuit daar een bus naar het vliegveld van Cancun.
Na Michelle afgezet te hebben nam ik de bus naar het centrum van de toeristische stad. Hier verbleef ik in een van de beste en gezelligste hostels waar ik tot nu toe verbleven heb. Na een hele dag aan het zwembad gelegen te hebben en ’s avonds met wat mensen drankjes gedaan te hebben, nam ik weer de bus naar het vliegveld.


San Luis Potosi
Het vliegtuig waar ik in stapte ging naar de Mexicaanse stad San Luis Potosi. Hier wonen enkele huisgenoten van mijn huis in Korea. Andrea, Andrea, Silvia, Mariana en een stukje verderop Alex.
De avond van aankomst ben ik met Andrea, Andrea en aanhang naar de kermis gegaan. In Mexico is de kermis niet in elke stad een weekend, maar in elke provincie een maand. De attracties zijn ongeveer hetzelfde als de kermis in Nederland.
De tweede dag ben ik samen met Marianna naar het park gegaan. Hier hebben we even rondgefietst en de mini dierentuin bezocht. Deze dierentuin bevat vooral vogels, kleine dieren, een varken, een paar lama’s en een wasbeer, maar aan de rand staat ook een groot verblijf met een cheetah. Na de dierentuin ben ik nog even in een verlaten vliegtuig geklommen dat binnenkort omgetoverd gaat worden tot een museum. ‘S middags gingen we even langs bij hey printwinkeltje van Marianna, waarna we weer bijeenkwamen met de rest en naar het historische centrum zijn gegaan.
De een na laatste dag zijn we naar een klein dorpje in de bergen gereden. Hier heb ik onder andere een pizza met een lokaal ingredient georobeerd: nopal, oftewel cactus.
Op de laatste dag zijn we naar het stadje Guanajuato gegaan. Dit stadje ligt in een valei waardoor en vanuit het uitkijkpunt een mooi overzicht over de hele stad te zien is. Ook ligt het dichtbij de stad Leon, waar Alex woont. Samen hebben we gegeten en de stad en het uitkijkpunt bekeken. Guanajuato is een mooie stad, met een aantal unieke gebouwen. Dit was ook te merken, Alex had zijn zusje meegenomen, die overal “even snel” een Instagram foto wilde nemen.






Mexico city
Op de terugweg vanuit San Luis Potosi naar Guatemala stad had ik een tussenstop van 7 uur in Mexico stad. Voordat ik echter naar de stad kom moest ik nog wat dingen regelen. Bij binnenkomst over land in Mexico zijn de eerste 7 dagen gratis. Blijf je langer, dan moet je een bedrag betalen bij het verlaten. Het regelen hiervan en het opnieuw inchecken van mijn grote bagage duurde uiteindelijk ongeveer 1,5 uur.
Daarna had ik wel wat geluk. Normaal is het verkeer in Mexico stad een grote chaos. Om het verkeer te ontlasten moeten mensen die niet in de stad wonen een vergunning aanvragen voordat ze de stad binnen mogen rijden. Een dergelijke vergunning kan echter maar drie keer per jaar per auto aangevraagd worden. Dit zegt wel iets over hoe druk het verkeer normaal is. Ik was er echter op zondag, een dag die wat rustiger is omdat de meeste Mexicanen streng gelovig zijn. Het ritje met de uber naar het vliegveld ging vervolgens vrij vlot.
Ik had uiteindelijk niet heel lang in de stad. Ik ben uitgestapt bij het zogenaamde Huis van Tegels. Zoals de naam doet vermoeden gaat het om een groot gebouw dat van de buitenkant vrijwel helemaal bedekt is met gekleurde tegels. Binnen is een restaurant waar ik geluncht heb. Daarna ben ik naar het Zocalo plein gelopen. Waar het oude stadscentrum in San Salvador en Guatemala stad klein is, is dit in Mexico stad veel groter. Ook is overal politie op straat waardoor het er veiliger is en er meer te beleven is. Vrij uniek voor Centraal Amerika is dat deze stad een metro heeft. Het stelsel is vrij groot waardoor overal snel te komen is. Van tevoren waarschuwde mijn huisgenoten dat het er gevaarlijk kan zijn, maar dit bleek niet het geval. Net als alle andere metro’s in grote steden is het er druk en moet je op je waardevolle spullen letten, maar buiten dat is er niet zoveel aan de hand. De laatste metro in mijn geval reed niet, waardoor ik uiteindelijk samen met een Amerikaanse man een uber heb genomen voor het laatste stukje.



Honduras
Na aankomst terug in Guatemala stad heb ik een nacht in een hostel in de stad geslapen. Ik had echter nog 3 dagen over en had geen plan hoe deze in te vullen. Samen Google Maps en de man van het hostel ging ik op zoek naar mogelijkheden. Uiteindelijk kwam hier Copan in Honduras uit. De shuttles, directe busjes, waren echter allemaal al lang weg, dus ik besloot een reeks lokale bussen te nemen. Uiteindelijk kwam ik na ruim 6,5 uur aan in Copan.
Dit stadje staat bekend om twee bezienswaardigheden: ten eerste de Maya ruines van de stad, ten tweede Macaw Mountain, een opvang voor geredde papagaaien en andere exotische vogels. Omdat ik vrij laat aankwam was de eerste avond alles al gesloten. De tweede dag heb ik eerst de ruines bezocht. Deze waren mooi om te zien, maar niet zo indrukwekkend als het park in Tikal. Wel waren er in tegenstellong tot Tikal veel dieren te zien. Dit komt vooral doordat Tikal vrij toeristisch is, en veel mensen Honduras door de veiligheidssituatie overslaan. Het park was dan ook vrijwel leeg. Na enkele uren rondgelopen te hebben, heb ik na een sandwich als lunch, de tuktuk genomen naar Macaw Mountain.
Dit project begon als een kleine opvang voor enkele vogels in het noorden van Honduras. Tegenwoordig is het echter een volledig park, waarin in ongeveer 20 grote verblijven vele vogels verblijven. Ook is er een open “speelplaats” voor vogels die al vrijgelaten zijn en terugkomen, of vogels die niet meer in staat zijn terug de natuur in te gaan maar wel los rond mogen vliegen. Het doel van het park is om de lokale bevolking voorlichting te geven over de vogels, en om de populatie in het wild omhoog te brengen.



Na mijn laatste nacht in een hotel, en een 8,5 uur durende busreis terug door Guatemala en El Salvador vandaag, ben ik nu weer aangekomen op het vliegveld van San Salvador. Over een paar uurtjes zal ik eerst terug vliegen naar Toronto, waar ik een stop van 6 uur heb en even met Michelle ga uiteten. Daarna zal ik ’s avonds weer vertrekkem en vrijdag aankomen op Schiphol.
Ik hoop dat jullie genoten hebben van het geringe aantal berichten op deze reis. Tot de volgende!